Het doel van dit onderzoek is om te exploreren: 1. Welke chirurgische methoden/ benaderingen het minst geassocieerd zijn met het ontstaan van CMS, en of er een verschil in risico is tussen een eerste en een heroperatie.2. Welke patienten een…
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Zenuwstelselneoplasmata maligne en niet-gespecificeerd NEG
- Zenuwstelsel, schedel en wervelkolom therapeutische verrichtingen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Geen registraties gevonden.
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
Het primaire doel van het onderzoek is, om de verschillende chirurgische
benaderingen te correleren aan het ontstaan en het beloop van CMS. Hypothese:
methoden die de nuclei dentati en de effferente banen sparen en die focussen op
minimaal traumatisch handelen, verlagen het risico op CMS met 50% en
verminderen de ernst en duur van CMS met 40% vergeleken met meer invasieve
methoden. Het risico op CMS is groter bij heroperaties vergeleken met een
eerste operatie.
Secundaire uitkomstmaten
Genetica
Analyseren van de invloed van genetische variaties op de ontwikkeling, ernst en
herstel van CMS door onderzoeken van een breed genetisch profiel (SPN analyse)
bij de deelnemende patienten. Hypothese: genetische varianten op het gebied van
inflammatie, vascularisatie, zenuwweefsel, neurotransmitters, neurotransmitter
transporters, bloed-hersenbarriere en/ of lipoproteinen verklaren tenminste 50%
van de variatie in incidentie van CMS en verklaren tenminste 40% van de ernst,
duur en herstel van CMS in geval van gelijke tumor soort, grootte, locatie en
chirurgische benadering.
Corticosteroiden
Onderzoeken van het effect van pre-, intra- en/of postoperatieve
corticosteroiden op het risico op en de ernst van CMS (prospectief
observationeel onderzoek). Hypothese: preoperatieve corticosteroiden hebben een
beschermende werking tegen het ontwikkelen van CMS omdat ze vasogeen oedeem
(geinduceerd door de tumor) verminderen en dus de intracraniele druk verlagen.
Intraoperatieve corticosteroiden vergroten het risico op CMS omdat ze een
hyperglycaemie kunnen induceren dat acute neurologische schade kan geven.
Postoperatieve corticosteroiden hebben een negatief effect op de algehele
uitkomst van CMS, want eerdere studies hebben een negatief effect van steroiden
op traumatisch schedelhersenletsel aangetoond.
Andere behandelingen
Onderzoeken van het effect van chemo- en radiotherapie op het herstel van CMS.
Verder zal informatie worden verzameld over medicatie die gegeven wordt,
speciaal tegen symptomen van CMS, met het doel te documenteren wat helpt en wat
niet helpt (prospectief observationeel onderzoek). Hypothese: chemo- en
radiotherapie vertragen het herstel van CMS.
Tumor soort
Onderzoeken van de relatie tussen soort tumor (PA-diagnose) en het ontstaan van
CMS. Hypothese: het risico op CMS hangt samen met het soort tumor.
Links-/ rechtshandigheid
Onderzoeken of het ontstaan van CMS gecorreleerd is met links- of rechtshandig
zijn van de patient (prospectief observationeel onderzoek). Hypothese:
linkshandige patienten hebben een hoger risico op het krijgen van CMS, en dit
verband is sterker in patienten met een medulloblastoom.
Comorbiditeit
Onderzoeken of het hebben van comorbiditeit van invloed is op het risico om CMS
te ontwikkelen (prospectief observationeel onderzoek). Hypothese: het risico op
CMS is verhoogd bij patienten met chronische aandoeningen zoals NF1, diabetes,
hartaandoeningen etc.
Taal en spraak
Onderzoeken van taal- en spraakstoornis geassocieerd met CMS op korte alswel op
lange termijn, en exploreren hoe de preoperatieve taal- en spraakvaardigheid
van invloed is op het ontwikkelen van CMS. Beide zijn al eerder onderzocht,
alhoewel in significant kleinere cohorten (prospectief observationeel
onderzoek). Hypothese: preoperatieve stoornissen in de taal- en
spraakvaardigheid vergroten het risico op postoperatieve taal- en spraak
verlies. De mate van verlies hangt bovendien samen met andere patient- en tumor
karakteristieken.
Neuroradiologie
Repliceren en verder uitbreiden van het verband tussen bepaalde radiologische
kenmerken en de ontwikkeling van CMS, zoals in eerdere studies aangetoond
(prospectief observationeel onderzoek). Hypothese: verschillende
neuroradiologische kenmerken correleren met het risico op het postoperatief
ontwikkelen van CMS.
Achtergrond van het onderzoek
Centraal zenuwstelsel tumoren beslaan 25% van alle vormen van kanker bij
kinderen. Meer dan de helft van deze tumoren is gelokaliseerd in het
cerebellum. Een van de meest dramatische gevolgen van een operatie aan een
tumor in het cerebellum, is het cerebellair mutisme syndroom (CMS). Dit treedt
op in ongeveer 25% van alle kinderen die deze vorm van chirurgie hebben
ondergaan. Het wordt gekenmerkt door mutisme (onvermogen tot spreken),
hypotonie, ataxie en emotionele prikkelbaarheid. De exacte oorzaak hiervan is
nog onbekend.
Alhoewel de kinderen misschien genezen zijn van hun hersentumor, kampen zij een
leven lang met de gevolgen van CMS. Ongeveer de helft van alle
kinderhersentumoren is in de achterste schedelgroeve (cerebellum of hersenstam)
gelokaliseerd en behoeft operatieve behandeling. Het CMS is dan ook een
alledaags en ernstig probleem binnen de kinder neuro-oncologie.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om te exploreren:
1. Welke chirurgische methoden/ benaderingen het minst geassocieerd zijn met
het ontstaan van CMS, en of er een verschil in risico is tussen een eerste en
een heroperatie.
2. Welke patienten een genetische predispositie hebben voor het ontwikkelen van
CMS.
3. Welk effect corticosteroiden hebben op de ontwikkeling en het klinisch
beloop van CMS.
4. Welke associatie er bestaat tussen het ontstaan en klinisch beloop van CMS
en klinische parameters als tumor soort, comorbiditeit, links- versus
rechtshandigheid, toediening van symptomatische medicatie en chemo- of
radiotherapie.
Wij hopen dat de resultaten zullen bijdragen aan een algehele verlaging van de
incidentie en ernst van het CMS en dat het onderzoek leidt tot een beter begrip
van en meer bewustwording over de aandoening. Verder kan de studie leiden tot
betere harmonie in de behandeling van deze patienten in de Noordelijke landen.
Onderzoeksopzet
Multicenter prospectief observationeel cohort onderzoek
Inschatting van belasting en risico
Patienten die deelnemen aan de studie zullen worden behandeld volgens de lokale
standaard. Daarnaast zullen we pre- en postoperatieve spraakopnames verrichten
die ongeveer 10 minuten per keer duren. We zullen tevens de patienten vragen om
een extra bloedafname van 2cc voor genetische analyse. Deze bloedafname kan op
ieder geschikt moment tijdens de opname gebeuren (bijvoorbeeld samen met andere
reguliere bloedafname).
Deelname aan de studie zal geen invloed hebben of interfereren met het
behandelplan van het kind. Het kind zal geen extra nadeel of risico
ondervinden, anders dan de bloedafname die minimaal risico en discomfort met
zich meebrengt.
CMS komt bijna uitsluitend voor bij kinderen. Er zijn maar weinig case reports
van CMS in volwassenen in de literatuur. Het zou dus niet mogelijk zijn om deze
studie met volwassen patienten uit te voeren.
Naast dat de studie bijdraagt aan een beter begrip en grotere bewustwording
over CMS, is er een direct uitzicht op verlaging van de incidentie en de ernst
van het cerebellair mutisme syndroom, ten gunste van toekomstige patienten.
Publiek
Geert Grooteplein-Zuid 10
Nijmegen 6525 GA
NL
Wetenschappelijk
Geert Grooteplein-Zuid 10
Nijmegen 6525 GA
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
leeftijd onder 18 jaar
patienten die een operatie moeten ondergaan voor een tumor in de hersenstam of kleine hersenen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
geen toestemming gegeven
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
ClinicalTrials.gov | NCT02300766 |
CCMO | NL55516.091.15 |