Primaire doel: Is er verschil in coping stijl en kwaliteit van leven tussen patiënten die Problem Solving Therapy (PST) hebben gekregen en patiënten in de controlegroep na de interventie, na 6 maanden en na 12 maanden? Secondaire Doelen: 1. Is er…
Bron
Verkorte titel
Aandoening
- Centraal zenuwstelsel vaataandoeningen
Synoniemen aandoening
Betreft onderzoek met
Ondersteuning
Onderzoeksproduct en/of interventie
Geen registraties gevonden.
Uitkomstmaten
Primaire uitkomstmaten
De primaire uitkomstmaten zijn het verschil in coping stijl en kwaliteit van
leven tussen patiënten in de interventie- en controlegroep.
Secundaire uitkomstmaten
Secundaire uitkomstmaten zijn het verschil in zorgconsumptie, depressie,
sociale participatie en executief functioneren tussen patiënten in de
interventie- en controlegroep en de kosten-effectiviteit van de interventie.
Achtergrond van het onderzoek
In Nederland krijgen per jaar ongeveer 41.000 mensen een CVA. Ruim 3% van de
totale gezondheidszorgkosten komen voor rekening van de behandeling van (de
gevolgen van) CVA. CVA is daarmee een groot maatschappelijk probleem. De vraag
die zich aandient is hoe de kwaliteit van leven geoptimaliseerd kan worden na
een CVA, zodat de zorgconsumptie kan worden beperkt en kosten beheersbaar
blijven.
De gemiddelde waarde die CVA patiënten toekennen aan de kwaliteit van leven
ligt veel lager dan de gemiddelde waarde van een gezonde referentiepopulatie.
Coping stijl wordt gezien als een belangrijke psychosociale factor met
betrekking tot kwaliteit van leven van CVA patiënten. Coping stijl is iemands
voorkeur voor de manier van omgaan met verschillende situaties. Door middel van
interventie kunnen coping stijlen worden beïnvloed. Verder blijken CVA
patiënten ten opzichte van patiënten met andere hersenaandoeningen een
verminderd actieve, probleem-georiënteerde coping stijl te hanteren. Het is
daarom belangrijk om te onderzoeken of zowel coping stijl als kwaliteit van
leven verbeterd kunnen worden door een interventie bij CVA patiënten. Dit kan
mogelijk bewerkstelligd worden door middel van het vergroten van inzicht en het
aanreiken van middelen om problemen in bedreigende situaties actief op te
lossen. Problem Solving Therapy (PST) is zo*n interventie.
De verwachting is dat patiënten die PST krijgen een effectievere coping stijl
leren hanteren en daardoor een hogere kwaliteit van leven zullen hebben dan
patiënten in de controlegroep. PST is effectief gebleken in andere
patiëntengroepen. In CVA-patiënten is gebleken dat na de therapie minder vaak
depressie optreedt. Effecten op coping stijl en kwaliteit van leven zijn nog
niet onderzocht. Wij willen tevens onderzoeken of de therapie in een open groep
effectief is, in plaats van een gesloten groep, waardoor deze makkelijker
implementeerbaar is in het standaard revalidatietraject. In een open,
doorlopende groep kunnen patiënten op elk gewenst moment instappen. Deze vorm
van PST is niet eerder onderzocht. In deze studie willen we deze training
inzetten vlak voor het moment dat de CVA patiënt zijn revalidatieperiode
afsluit en weer helemaal op zichzelf en zijn naaste omgeving is aangewezen. Dit
is het moment waarop vaak een terugval in de kwaliteit van leven wordt
waargenomen, omdat de CVA patiënt dan niet meer op zijn therapeut kan
terugvallen. De kosten-effectiviteit van PST zal direct worden meegenomen. Wij
verwachten dat patiënten met behulp van de relatief goedkope groepstherapie
beter met stressvolle situaties leren omgaan, waardoor de kwaliteit van leven
toeneemt en de zorgconsumptie afneemt, met een kostenbesparing als gevolg.
Doel van het onderzoek
Primaire doel:
Is er verschil in coping stijl en kwaliteit van leven tussen patiënten die
Problem Solving Therapy (PST) hebben gekregen en patiënten in de controlegroep
na de interventie, na 6 maanden en na 12 maanden?
Secondaire Doelen:
1. Is er verschil in zorgconsumptie, het optreden van depressie, sociale
participatie en executief functioneren tussen patiënten die Problem Solving
Therapy hebben gekregen en patiënten in de controlegroep?
2. Is Problem Solving Therapy in open vorm een kosten-effectieve
groepsbehandeling voor CVA-patiënten?
Onderzoeksopzet
Het onderzoeksdesign is een gerandomiseerde gecontroleerde interventiestudie
met 1 jaar follow-up. Patiënten zullen door middel van loting worden toegewezen
aan de groepsinterventie aansluitend aan het standaard revalidatieprogramma of
aan de controlegroep die alleen de standaardbehandeling krijgt. Er zullen 4
metingen plaatsvinden: voor en na de interventie, na 6 maanden en na 12
maanden.
Onderzoeksproduct en/of interventie
De patiënten die ad random worden toegewezen aan de interventiegroep zullen een extra therapie krijgen aan het einde van het standaard revalidatietraject voor CVA patiënten. De patiënten die worden toegewezen aan de controlegroep krijgen alleen het standaard revalidatieprogramma voor CVA patiënten. De therapie is gebaseerd op de Problem Solving Therapy. PST is een veelgebruikte en praktische interventiemethode gebaseerd op een algemeen model voor omgaan met stress. Volgens dit model is het hebben van een chronische ziekte (in dit geval het meegemaakt hebben van een CVA en de revalidatie daarna) de oorzaak van een aantal stressvolle dagelijkse problemen. Deze problemen vergroten de kans dat een patiënt na een CVA significante psychologische stress en depressieve gevoelens ervaart. Het doel van de PST is daarom het verbeteren van vaardigheden om te kunnen omgaan met de stressvolle dagelijkse problemen die een leven na CVA met zich meebrengt. De methode is empirisch gevalideerd en effectief gebleken bij andere patiënten met een chronische ziekte. De therapie voor patiënten na een CVA zal bestaan uit 8 sessies in groepsverband, met voorbereidingsopdrachten voor elke sessie. Een groep zal bestaan uit maximaal 6 deelnemers. Het oplossen van problemen wordt opgedeeld in een aantal stappen: 1. problemen nauwkeurig definiëren 2. meer alternatieve oplossingen bedenken voor een probleem 3. systematisch de potentiële consequenties van een oplossing bedenken en vervolgens de beste oplossingen selecteren 4. na het implementeren van een oplossing, de resultaten evalueren.
Inschatting van belasting en risico
De belasting van Problem Solving Therapy voor de patiënten in de
interventiegroep bestaat uit 1 groepssessie per week van een uur gedurende 8
weken in het revalidatiecentrum. Er zijn geen risico*s verbonden aan deelname.
Het enige negatieve gevolg van de therapie kan vermoeidheid zijn, waarvoor de
patiënt de therapeut kan vragen voor tips om dit te voorkomen.
Patiënten uit beide groepen worden gevraagd om op 4 meetmomenten vragenlijsten
in te vullen met betrekking tot coping stijl, kwaliteit van leven, niveau van
functioneren, persoonlijkheidskenmerken, depressie, participatie en
zorgconsumptie. Daarnaast worden een aantal neuropsychologische testen
afgenomen met betrekking tot aandacht, geheugen en executief functioneren. De
eerste meting zal ongeveer 2 uur in beslag nemen, de latere metingen ongeveer
1,5 uur.
Publiek
Westersingel 300
Rotterdam 3015 LJ
NL
Wetenschappelijk
Westersingel 300
Rotterdam 3015 LJ
NL
Landen waar het onderzoek wordt uitgevoerd
Belangrijkste voorwaarden om deel te mogen nemen (Inclusiecriteria)
CVA
leeftijd tussen 18 en 75
in poliklinische behandelfase van het revalidatietraject
voldoende belastbaar om wekelijks een uur psychotherapie te volgen
Belangrijkste redenen om niet deel te kunnen nemen (Exclusiecriteria)
progressieve neurologische aandoening
levensverwachting minder dan 12 maanden
onvoldoende begrip van het Nederlands
drug- of alcolholmisbruik
subduraal hematomen
matig tot ernstige afasie (gemeten met de token test)
Opzet
Deelname
Opgevolgd door onderstaande (mogelijk meer actuele) registratie
Geen registraties gevonden.
Andere (mogelijk minder actuele) registraties in dit register
Geen registraties gevonden.
In overige registers
Register | ID |
---|---|
CCMO | NL34056.078.10 |